De Nationale Kamer in de strijd tegen Discriminatie en Racisme (NKDR) is sinds juli 2021 actief als disciplinaire instantie binnen de Belgische Koninklijke Voetbalbond (KBVB). De NKDR heeft als doel om incidenten van racisme en discriminatie in het Belgisch voetbal te onderzoeken, beoordelen en sanctioneren.
Procedure en toepassingsgebied
Via scheidsrechtersverslagen, klachten en/of het “Come Together”-meldpunt op de website van de KBVB kan melding worden gedaan van incidenten van discriminatie of racisme.
Met de invoering van het “Come Together”-meldpunt heeft de KBVB de mogelijkheid voorzien om ook anoniem incidenten te kunnen melden. Op die manier hoopt zij de drempel te verlagen en zo veel als mogelijk kennis te krijgen van feiten van discriminatie of racisme. In dit verband stelt zich wel de vraag of een vervolging (louter) op basis van een anonieme melding in overeenstemming is met het recht op een eerlijk proces en de rechten van verdediging, zoals gewaarborgd door artikel 6 EVRM. Zo ontwikkelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in haar rechtspraak reeds verschillende voorwaarden waaraan een anonieme getuigenverklaring dient te voldoen opdat zij kan dienen als bewijsstuk [1]. Het Hof van Cassatie sloot zich reeds aan bij deze rechtspraak [2] en stelde dat een beklaagde alle bewijsmiddelen in de openbare terechtzitting tegensprekelijk moet kunnen betwisten [3].
Na de ontvangst van een melding kan het dossier worden overgemaakt aan het Bondsparket dat een onderzoek kan opstarten. Hierbij kan het Bondsparket de betrokken clubs en/of speler(s) om bijkomende informatie of toelichting verzoeken. Op basis van haar onderzoek kan het Bondsparket vervolgens beslissen om een bondsactie in te stellen tegen de betrokkene(n) bij de NKDR.
De betrokkenen zullen vervolgens opgeroepen worden voor de zitting van de NKDR waarop hun aanwezigheid verplicht is. Zij kunnen zich (uiteraard) wel laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat.
Na deze zitting zal de NKDR in eerste aanleg beslissen of de incidenten al dan niet bewezen zijn en kan zij sancties (al dan niet met uitstel) opleggen aan de betrokkene(n) voor de vastgestelde inbreuken op het verbod op discriminatie en racisme.
De KBVB baseert deze tuchtbevoegdheid ten aanzien van haar leden op het Bondsreglement, dat gekwalificeerd wordt als een contract tussen beiden en waarmee de leden dus (weliswaar gedwongen) hebben ingestemd.
In dit verband is het enigszins bijzonder dat de KBVB in haar Bondsreglement ook supporters als niet-leden viseert voor feiten van discriminatie en racisme, terwijl zij nooit met het Bondsreglement hebben ingestemd en zij bijgevolg in principe ook niet gebonden zijn door dit reglement. Supporters kunnen om die reden ook niet veroordeeld worden tot bijvoorbeeld schorsingen of geldboetes.
Artikel B11.238 van het Bondsreglement geeft de NKDR echter wel de bevoegdheid om niet-leden die zich schuldig maken aan feiten van discriminatie en/of racisme, die zich hebben voorgedaan naar aanleiding van een activiteit georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van de KBVB, te veroordelen tot een weigering van een (toekomstige) aansluiting voor minimum 6 maanden tot maximaal 2 jaar.
Zonder hier in dit artikel verder al te diep op in te gaan, dient opgemerkt te worden dat supporters voor feiten van discriminatie en/of racisme ook zwaardere sancties (zoals stadionverboden) kunnen oplopen op grond van het reglement van interne orde (RIO) van de individuele clubs, waarin deze clubs verplicht een verbod op discriminatie en racisme dienen op te nemen. Op basis van een schending van het RIO, kunnen supporters veroordeeld worden tot een stadionverbod door de Kamer voor Burgerrechtelijke Uitsluitingen, een bondsinstantie die bestaat naast de NKDR.
Inbreuken
Het Bondsreglement legt in artikel B11.235 een algemeen verbod op discriminatie en racisme op.
Het is tevens belangrijk voor ogen te houden dat inbreuken op artikel B11.235 van het Bondsreglement disciplinair vervolgd kunnen worden zonder dat enig opzet vereist is in hoofde van de betrokkene.
Het Bondsreglement sluit op dit punt aan bij de vaste rechtspraak [4] van de Court of Arbitration for Sport (CAS), die duidelijk stelt dat bij de beoordeling of een bepaalde uitlating of spreekkoor al dan niet kan worden getolereerd, geen rekening moet worden gehouden met de bedoeling of de opzet van de betrokkenen. Het niet-toelaatbaar karakter moet m.a.w. blijken uit de gebruikte bewoordingen zelf. Voor wat betreft de beoordeling of de concrete bewoordingen al dan niet racistisch zijn, oordeelde het CAS dat gekeken moet worden naar de perceptie van de “redelijke en objectieve waarnemer” [5].
Vanuit dezelfde optiek preciseerde ook het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) dat “om te beoordelen of een uitlating een (groeps)belediging is, een objectieve toets dient plaats te vinden waarbij dient nagegaan te worden of de uitspraak naar algemeen spraakgebruik beledigend is. Dat is het geval wanneer de uitspraak de strekking heeft een ander bij het publiek in een kwaad daglicht te stellen” [6].
Daarnaast hanteert de NKDR doorgaans ook de Omzendbrief OOP 40 van 14 december 2006 die richtlijnen biedt over ontoelaatbare uitspraken en symbolen bij voetbalwedstrijden [7].
Overeenkomstig deze omzendbrief wordt de tolerantiegrens inzake kwetsende, racistische en discriminerende uitlatingen en symbolen overschreden indien iemand naar aanleiding van een voetbalwedstrijd in het openbaar:
- derden aanzet tot discriminatie, segregatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden ervan, wegens een zogenaamd ras, de huidskleur, de afkomst, de nationale of etnische afstamming, de seksuele geaardheid, handicap en gezondheidstoestand van deze persoon, de leden of sommigen van de leden van de geviseerde groep of gemeenschap, of
- publiciteit geeft aan zijn voornemen tot discriminatie, haat, geweld of segregatie jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden ervan, wegens een zogenaamd ras, de huidskleur, de afkomst, de nationale of etnische afstamming, de seksuele geaardheid, handicap en gezondheidstoestand van deze persoon, de leden of sommigen van de leden van de geviseerde groep of gemeenschap, of
- alleen of in groep, omwille van en ter gelegenheid van de organisatie van een voetbalwedstrijd, aanzet tot haat of woede, slagen en verwondingen ten aanzien van één of meerdere personen.
De omzendbrief geeft bovendien een niet-limitatieve opsomming van voorbeelden van spreekkoren die in de bovenstaande context verboden zijn.
Tot slot dienen clubs er zich goed bewust van te zijn dat op hen een objectieve aansprakelijkheid rust met betrekking tot inbreuken van hun supporters. Dit wil zeggen dat, in geval een supporter van een bepaalde club zich discriminerend of racistisch heeft uitgelaten, het Bondsparket kan beslissen om eveneens tegen die club een bondsactie in te stellen bij de NKDR.
Indien de inbreukmakende supporter kan worden geïdentificeerd, richt het Bondsparket zich in de praktijk doorgaans evenwel enkel tegen deze supporter (en niet tegen de club). Vaak wringt het echter bij de identificatie van de supporters, in het bijzonder in de amateurreeksen. Amateurclubs beschikken namelijk niet over uitgeruste camera’s en een gepersonaliseerde ticketverkoop om hun supporters gemakkelijk te kunnen identificeren. Hierdoor zijn het net de minder kapitaalkrachtige amateurclubs die op basis van hun objectieve aansprakelijkheid het risico hebben om aan te lopen tegen geldboetes of wedstrijden achter gesloten deuren, hetgeen tot grote financiële katers kan leiden.
Sancties en alternatieve maatregelen
Sancties opgelegd door de NKDR kunnen variëren van boetes tot schorsingen en wedstrijden achter gesloten deuren. Daarnaast kan de NKDR ook beslissen om, in plaats van een sanctie, een alternatieve (educatieve) maatregel op te leggen.
Zo biedt de NKDR onder meer educatieve programma’s aan in samenwerking met organisaties zoals de Dossinkazerne, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en Rainbowhouse. Deze initiatieven zijn gericht op de bewustwording en een gedragsverandering. Zo worden betrokkenen aangemoedigd om constructief bij te dragen aan een respectvolle voetbalgemeenschap. Indien de educatieve maatregelen niet worden nageleefd, kunnen (uiteraard) alsnog sancties worden opgelegd.
Rechtsmiddelen
Vermits de NKDR werd opgericht in de schoot van de Disciplinaire Raad voor het Profvoetbal en hier dus deel van uitmaakt, moet tegen de beslissing van de NKDR rechtstreeks hoger beroep aangetekend worden bij het BAS.
Hoewel het BAS in de meeste zaken enkel een wettigheidstoetsing kan uitvoeren ten aanzien van bondsbeslissingen, oordeelt het BAS in racismezaken dus uitzonderlijk met volheid van rechtsmacht, hetgeen betekent dat zij deze zaken ook ten gronde kan beoordelen.
Zulks hoger beroep bij het BAS tegen een beslissing van de NKDR moet, op straffe van verval, ingesteld worden binnen een termijn van zeven dagen na de dag van de kennisgeving van de aangevochten beslissing.
Het hoge kostenplaatje van dergelijke arbitrageprocedure vormt evenwel een niet te onderschatten obstakel voor betrokkenen uit de amateurreeksen die zich daardoor vaak zullen laten ontmoedigen om effectief een rechtsmiddel aan te wenden.
Conclusie
De oprichting van de NKDR binnen de KBVB vormt een belangrijke stap in de strijd tegen racisme en discriminatie in het Belgische voetbal. Het reglementaire kader maakt het mogelijk om zowel leden als niet-leden, zoals supporters, ter verantwoording te roepen voor daden van discriminatie en racisme.
De NKDR beschikt over een wijd arsenaal aan sancties en alternatieve maatregelen die op termijn mogelijk een duurzame gedragsverandering kunnen teweegbrengen op de Belgische voetbalvelden.
Hoewel het niet-bewijs van enig opzet en de objectieve aansprakelijkheid van clubs het gemakkelijker maken dan in het klassieke strafrecht om dergelijke feiten te sanctioneren, rijzen in de praktijk toch vragen over de quasi-omkering van de bewijslast en de moeilijkheden die betrokkenen ondervinden om hun onschuld te kunnen aantonen. Dit geldt des te meer indien de Bondsactie gebaseerd is op één of meerdere anonieme meldingen.
Tot slot blijken het in de praktijk vooral de amateurclubs en -spelers te zijn die, omwille van de objectieve aansprakelijkheid van clubs en het feit dat er enkel hoger beroep mogelijk is bij het BAS, hun rechten van verdediging niet ten volle kunnen uitoefenen.
De advocaten van PowerPlay beschikken over een ruime ervaring en staan zowel clubs, spelers als supporters bij in procedures voor de NKDR en het BAS.
Heeft u vragen of wenst u juridisch advies? Neem gerust contact met ons op.
[1] EHRM 28 februari 2005, nr. 51277/99, Krasniki t. Tsjechië, § 80-83.
[2] Cass. 12 mei 1998, AR P. 96.0263.N, Pas. 1998, 556.
[3] Cass. 23 juni 2015, AR P.14.0406.N, Pas. 2015, 1662.
[4] Zie o.a. CAS 13 juni 2014, 2013/A/3324 & 3369, GNK Dinamo/UEFA; CAS 24 juni 2016, nr. 2015/A/4265, Feyenoord Rotterdam N.v./ UEFA; CAS 16 november 2017, Federación Mexicana de Fútbol Associatión (FMF) / FIFA.
[5] CAS 10 juli 2015, nr. 2015/A/3874, Association of Albania (FAA)/UEFA en Football Association of Serbia (FAS).
[6] BAS 169/20 van 8 juli 2020, https://www.bas-cbas.be/cms/resources/arbitrale-uitspraak-08.07.2020-web.pdf.
[7] Omzendbrief OOP 40 houdende richtlijnen aangaande kwetsende, racistische en discriminerende uitlatingen en spreekkoren naar aanleiding van voetbalwedstrijden, BS 2 juli 2007